Whatsapp
—Jagersverhalen

Elandjacht in Zweden

Na 30 jachtverloven mag het wel eens wat anders zijn... Toen ik op een koude nieuwjaarsochtend 'op elandjacht gaan' googelde, kwam ik tot mijn verwondering op de Nederlandstalige website van Rydaholms Hunting in Nederled Aspedal. De eigenaar Anton Van Duinen is een uitgeweken Nederlander.

Toen ik via mail contact genomen had, kreeg ik tot mijn grote verwondering geen mooi voorgekauwd programma met prijslijst met al dan niet afschot programma en veel beloften. In plaats daarvan kreeg ik vragen zoals: Ben je een echte jager? Ben je bereid mee te werken nadat er een dier gestrekt is? Voldoet het kaliber van uw wapen? Dit wakkerde mijn nieuwsgierigheid aan. Na verdere mailing vroeg Anton of ik geïnteresseerd was in elandjacht in het diepe Zweden. Daarop nam hij contact op met zijn vriend Wilco De lange, eveneens een Nederlander.

Na het doorgegeven van de nodige informatie (aantal personen, hoeveel jagers, hoeveel toeristen,...) werd er een programma op maat van het reisgezelschap opgemaakt. De nodige documenten werden aangevraagd en een voorschot van 10procent werd betaald. Alles was in orde, nu was het enkel nog aftellen tot ons vertrek. Uiteindelijk reden we op 6 oktober om 21u de E40 op in Middelkerke richting Noorden. Via Nederland ging het richting Duitsland, om daar in Puttgarden de veerboot te nemen tot in Rodby in Denemarken. De laatste hindernis om ons op Zweeds grondgebied te brengen was de Sontbrug, een 16kilometer lange dubbeldeksbrug (trein en auto) die overgaat in een tunnel die Kopenhagen met Malmö verbindt.

Na duizend kilometer afgelegd te hebben, hadden we nog driehonderd kilometer voor de boeg alvorens we de afspanning bij Anton en zijn lieve vrouw Erna bereikten. In de prachtige chalet genoten we van een heerlijk avondmaal. Daarna maakten we een deugddoende avondwandeling in Anton Van Duinen's jachtgebied in het zuidelijke Zweden. 's Morgens om 4 uur waren we reeds wakker, buiten was het 0 graden en mooi weer. Na een versterkend ontbijt zetten we onze tocht richting noord Zweden verder. Vooral het idee dat we meer dan de helft van de reis al hadden afgelegd en vanaf nu het landschap anders zou zijn, maakte ons nieuwsgierig en met veel verlangen vertrokken we om 6u met volle moed met nog 900km voor de boeg. Na 250km bereikten we Stockholm, de laatste kilometers autostrade bracht ons in de universiteitstad Uppsala.

Vanaf nu was het nog 600 km zonder autostrade richting noorden, waarin de eindeloze Zweedse bossen, tientallen meren en kleine dorpjes met typische Zweedse huisjes elkaar afwisselden. Na een reis van in totaal 2400km rijden, en vele malen tanken, kwamen we aan in Albacken op de grens van midden en noord Zweden. Door Wilco en zijn lieve vrouw Nollie werden we zeer vriendelijk ontvangen, dit deed ons de reis van twee dagen snel vergeten. We kregen er de eerste avond elandvlees geserveerd. Hun domein bestond uit een kleine boerderij met campingmogelijkheden en een paar chalets. Wij hadden een prachtig verblijfje met zicht op een meer en omringd door bossen. Tot ons groot plezier konden we de eerste avond het ó zo mooie noorderlicht bewonderen.

De volgende dag was een rustdag. Om 16u was het tijd om mijn geweer in te schieten op een, door de plaatselijke jachtgroepen ingerichte, schietstand. Mijn wapen, een Express 8x57jrs is niet gekend in Zweden, enkel grendelkarabijnen worden daar gebruikt. Het viel me ook op dat in Zweden de jagers blijven schieten tot ze het stuk wild niet meer zien.

De volgende morgen, onderweg naar de jachthut, zag ik een gevilde eland hoog in een boom hangen onder een soort vliegennet. Hoog genoeg zodat de beren, die daar talrijk aanwezig zijn, er niet aan zouden kunnen. De temperatuur is daar in die periode min 4 tot plus 4, dus een ideale bewaartemperatuur. Ik was de eerste Belg die daar in die jachtgroep kwam jagen, ik werd dan ook goed ontvangen samen met de 4 Nederlanders, die er voor de vierde maal kwamen jagen. Het Nederlands was dan ook de meest gehoorde taal, maar het Engels was nodig zodat de Zweden ons ook konden begrijpen. In de jachthut werden we voorzien van een radiozender om steeds contact met elkaar te kunnen houden in deze uitgestrekte bossen. Ook ontvingen we een gps-systeem, waarop we de twee honden, die de elanden opzoeken en opjagen, konden volgen. Hierdoor was het mogelijk onze posities aan te passen aan de richting van de opgejaagde elanden. Zo goed als elke dag zaten elanden in het jachtveld.

De eland is een vreselijk moeilijk te bejagen dier. Zijn reuk en snelheid laten hem al eeuwen overleven in deze zeer onherbergzame streek. De tweede jachtdag lukte het toch een driejarig stier van zo'n 450kilo te strekken. Dan pas begint het... Zo een kolos op kilometers van de weg. Het begint eerst met hem te zoeken, dit duurde al uren. Daarna het dier ontweiden om het vervolgens met de quad en aanhangwagen voorzien van een lier, door het rotsachtig gebied naar de weg te brengen. Na veel zwoegen bereikten we het slachthuisje. Daar werd het dier opgetrokken en gevild. De meeste Zweden jagen daar voor eigen gebruik.

In de 5 jachtdagen werden er twee dieren gestrekt. Dit had ik niet verwacht. Ook het vele werk die erbij komt kijken verbaasde me. Ik had soms het gevoel dat ik in de tijd van mijn overgrootvader op jacht was. De jacht is daar eigenlijk een dagtaak (jagen, zoeken, vervoeren, villen, versnijden,...) Het lijkt alsof de tijd daar is blijven stilstaan. Iedereen is op zichzelf aangewezen en niemand heeft daar haast. In die enkele dagen tijd heb ik daar veel meer dan enkel een jachtervaring opgedaan, ook de natuur, de manier van leven, de absolute rust en de traagheid van het bestaan maakten deze reis tot een onvergetelijke ervaring. We hebben afscheid genomen van vrienden die een beetje familie geworden zijn, en waar we zeker contact zullen mee houden.

Anton en Wilco, bedankt voor deze zeer mooie belevenis die je enkel als jager kan meemaken.

En een welgemeend Weidmannsheil.

Etienne Jonckheere

...